donderdag 10 maart 2016

Gijsbrecht van Aemstel- Joost Vondel

Titel: De titel duid op de hoofdpersoon van het stuk, namelijk Gijsbrecht van Aeamstel


Waarom Renaissance: Je kan zien dat het een toneelstuk is uit de renaissance omdat zich voldoet aan de eenheid van tijd, plaats en handeling. Het toneelstuk speelt zich af binnen vierentwintig uur. Er is maar een verhaallijn en er was maar een decor. Er zit veel dialoog in het toneelstuk en dat heeft er ook mee te maken. Namelijk omdat het maar op een plek mocht zijn moesten ze iets anders verzinnen om er voor te zorgen dat alles aan bod komt net als alles wat ervoor gebeurt en er na.

Vondel

Hij werd een groots schrijver genoemd omdat hij overal commentaar op gaf, hij was kritisch en als een van zijn werken verboden werd, werd het alleen nog maar meer gelezen. Ook mocht hij tijdens het werken schrijven dat toont ook wel aan dat hij heel goed was.           


Vondel had geld problemen wat als je naar onze tijd kijkt zeer bijzonder want hij was toch al heel bekend. Maar dit komt omdat in die tijd je niet veel verdiende met schrijven en omdat hij ook veel kritiek kreeg en dingen van hem werden verboden, dan moest ie weer een boete betalen.


Het stockske is één van de gedichte van Vondel, het is een hekeldicht. Het gaat over Johan van Oldenbarnevelt, hij was raadspensionaris maar werd beschuldigd van landverraad. Hij word vermoord door Maurits van Oranje. Je ziet dit ook terug in de woorden “Wreet schavot” , hij is namelijk op het schavot overleden. Maar Vondel vind dit niet eerlijk en beschuldigd Maurits van landverraad. Dit kan je zien aan deze zin: “Tot droefenis der braefste zielen”. In het gedicht gebruikt Vondel een personificatie, het stokje. Het stokje is Johan van Oldenbarnevelt, en met het stokje word ook verwezen naar de wandelstok van Johan.  Met dit gedicht wil jij bewijzen dat Johan onschuldig is, en zijn woede laten tonen. Dit gedicht is twintig jaar na zijn dood geschreven, hij voelde de woede weer omdat de wandelstok van Van Oldenbarnevelt boven water kwam. Twee van zijn wandelstokken zijn nu nog te zien in het Rijksmuseum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten